Aandachtscontrole
Bijgeloof en rituelen

In 1999 was André Agassi zijn eigen ondergoed vergeten mee te nemen naar Roland Garros. Nog even snel naar de winkel zou je zeggen. Maar nee, Agassi besloot de eerste wedstrijd ‘commandostyle’ (lees: zonder ondergoed aan) te spelen. Hij won deze wedstrijd. Vervolgens besloot hij ook de rest van het toernooi zonder ondergoed de baan op te gaan. Hij won dat jaar zijn eerste en enige Roland Garros titel. De huidige gravelkoning Nadal, spant naast zijn tien titels, óók de kroon als het gaat om (dwangmatige) rituelen. Waar Agassi het zónder ondergoed deed, lijkt de onderbroek bij Nadal juist een onmisbare schakel te zijn in de voorbereiding van zijn service. Misschien ben jij ook wel iemand die graag zelf het scorebordje omdraait, het gewonnen punt het liefst met dezelfde bal speelt of altijd 8 keer moet stuiteren voor een tweede service. Wees gerust: je bent niet de enige! Tennis zit vol met rituelen en de grens met bijgeloof is soms moeilijk te trekken. In deze editie gaan we in op de zin en onzin van rituelen.

Tennis en rituelen

Michael Jorden droeg altijd hetzelfde oude t-shirt onder zijn wedstrijdshirt, en de voetballer Laurant Blanc moest altijd een kaal hoofd van één van zijn teamgenoot kussen voordat de wedstrijd begon. In alle sporten zie je wel sporters die terugvallen op bepaalde rituelen en gewoonten.  Bij een individuele sport als tennis valt dit echter wel meer op dan in een teamsport. Daarnaast is tennis een sport waarin je relatief veel tijd niet actief aan het tennissen bent. Tijd waarin je gedachten en afleiders uit de omgeving met je op de loop kunnen gaan, waardoor je je aandacht verliest. Na het winnen van een paar punten schieten je gedachten soms willekeurig richting de mogelijkheid om de eerste set met 6-0 pakken. En het missen van een makkelijke bal kan de aanleiding zijn om te denken dat het wéér mis zal gaan en dat je je competitieteam teleurstelt.

Controleer het (on)controleerbare: performance routines

Toptennissers leren vaak bewust een eigen ‘pre- en post-performance’- routine. Dit is een serie terugkerende handelingen die je om verschillende redenen vóór en ná een punt kan uitvoeren. Allereerst worden tennisslagen vloeiender als deze automatisch worden. Een routine kan het lichaam en de geest dan helpen om in de juiste ‘automatische’ prestatiestand te komen. Ook kan een ritueel worden uitgevoerd om je te helpen bewust naar een volgende fase te gaan in de voorbereiding van het volgende punt. Je hebt het ongetwijfeld wel eens meegemaakt dat je bleef hangen in een stomme misser of te lang bleef nagenieten van die prachtige winner. Met een bepaald ritueel, zoals het rechtzetten van je snaren of een handoekmomentje, wordt een moment gecreëerd waarin het vorige punt bewust wordt afgesloten. De aandacht kan vervolgens gaan naar een nieuwe fase, zoals ontspanning (racket in andere arm) of naar de tactische voorbereiding van het volgende punt.  Tot slot kan een vast ritueel je helpen om niet afgeleid te worden door interne (gedachten) of externe (publiek) afleiders en om het ‘juiste gevoel’ te krijgen.

Dezelfde sokken?

De wens om grip te houden op deze dode spelmomenten en op andere (on)controleerbare facetten van het spel, kan best rare en obsessieve vormen aannemen.  Zo draagt Serena Williams gedurende een toernooi dezelfde sokken en Kei Nishikori schijnt geen contact te willen hebben met zijn ouders totdat hij is uitgeschakeld of heeft gewonnen. Neem Bjorn Borg. Hij won zijn eerste Wimbledontitel in 1976 met zijn mooi Fila outfit. Hij speelde niet alleen nog 5 jaar lang in dezelfde kleding, maar verbleef ook in exact dezelfde hotelkamer, liet zich rondrijden in dezelfde auto en nam steevast dezelfde route om maar niet verrast te worden door onvoorziene omstandigheden. Deze rituelen kunnen werken als een psychologische placebo (self-fullfilling prophecy). Doordat je denkt dat een ritueel werkt, werkt het ook voor jou. De grens met bijgeloof is echter soms moeilijk te trekken. Als sportpsycholoog krijgen we wel eens de vraag waar die grens ligt. Een sporter moet niet afhankelijk worden van zijn ritueel. Het is belangrijk dat jij als sporter de controle houdt over je rituelen, in plaats van andersom. Je wilt het ritueel uitvoeren, omdat het je iets brengt (focus, rust). Kortom: je kiest er voor! Het is belangrijk om te checken dat er in je hoofd geen causaal verband ontstaat: ik moet dit (ritueel) doen om goed te kunnen spelen. Dit berust namelijk op een denkfout en dan is het effect negatief (bijgeloof).

Rafael Nadal

Voor de wedstrijd neemt Nadal altijd een koude douche. Tijdens de wedstrijd zie je Nadal niet op de lijnen staan, altijd eerst met zijn rechtervoet over de lijn stappen en zijn flesjes staan altijd opgelijnd met de labels naar de kant waar hij moet serveren. Wat hij er zelf over zegt is het volgende: ‘sommigen noemen het bijgeloof, maar dat is het niet. Als het bijgeloof zou zijn, waarom zou ik het dan keer op keer blijven doen, of ik nou win of verlies? Het is voor mij een manier om mezelf in de wedstrijd te houden, om mijn omgeving te ordenen zoals ik dat graag ook in mijn hoofd wil”. Benieuwd wat er zou er gebeuren als iemand die flesjes omgooit? Marinko Matosevic stond in 2013 tegenover Nadal in Monte Carlo en waagde het erop. Tijdens een wissel gooide hij Nadals flesjes om. Nadal lachte, zette zijn flesje recht en ging rustig door waar hij mee bezig was: Matosevic kreeg alle hoeken van de baan te zien.

ABCD

Hoe bouw ik een goede tennis-routine op?
Kopieer geen gedrag van anderen, maar vraag jezelf af wat je nodig hebt. Wat zijn je afleiders? Wat geeft je rust en wat helpt je om je te focussen op je taak?
Pas bijvoorbeeld de ABCD-mentale routine toe. Deze routine is zeer praktisch toepasbaar. Je past de routine na elk punt toe en hij bestaat uit de volgende stappen:

(A) Afleiding: constateer direct na het vorige punt een afleiding als positieve reactie op het vorige punt

(B) Balans: creëer vervolgens een rustpunt, ontspan je spieren door een ontspanningsoefening of door bijvoorbeeld op je ademhaling te letten (zie competitietip week 3)

(C) Concentratie: kies een concentratiepunt waarop je je gaat richten, zoals een procesdoel of je tactische plan. Als je veel lengte in je slagen wilt houden, richt je dan op de hoogte waarmee je de ballen over het net speelt vanaf de baseline.

(D) Doen: begin aan het volgende punt. Schakel van de ‘denkstand’ naar de ‘waarneemstand’. Spreek bijvoorbeeld met jezelf af goed naar de bal te kijken.

 

Eerdere artikelen
  Citaat
"I always learned more from losses, not wins, and losing the US Open Junior Final was one that made me wake up. I thougt, I've got to work harder."
- Roger Federer, The Greatest
  Boeken
  Media
Media
 

Aandachtcirkels
Aandachtstijlen
Routine return Novak Djokovic
Federer vs. Safin (film 1)
Test je aandacht (film 2)
De rituelen van Nadal
Rituelen Nadal